Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen
Artikel 16
Indien de officier van justitie, die het verzoek tot tenuitvoerlegging heeft ontvangen, van oordeel is dat het niet voor inwilliging vatbaar is of dat aanleiding bestaat gebruik te maken van een der in het toepasselijke verdrag omschreven gronden tot weigering van de tenuitvoerlegging, brengt hij dit oordeel onverwijld vergezeld van zijn advies ter kennis van Onze Minister, die daaromtrent beslist. De officier van justitie deelt de veroordeelde, die krachtens deze wet van zijn vrijheid is beroofd, onverwijld mede op welke dag hij zijn advies aan Onze Minister heeft uitgebracht.
Afdeling B. Behandeling van Nederlandse verzoeken tot tenuitvoerlegging in Nederland van in een vreemde Staat opgelegde sancties
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.